1. Introductie
Mijn naam is Niek Derksen, ik ben onderzoeker (of auditeur) op het gebied van digitale toegankelijkheid. Ik werk bij WCAG.nl. Hier richt ik mij inmiddels al bijna 7 jaar op het uitvoeren van WCAG-onderzoeken. Daarnaast adviseer ik redacties en webontwikkelaars bij het doorvoeren van verbeteringen.
Ik heb [websitenaam] getoetst aan de toetsbare eisen (succescriteria) van de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG).
2. Functiebeperkingen
Link: Functiebeperkingen in Nederland
In Nederland heeft ongeveer 25% van de bevolking een vorm van functiebeperking. Deze groep bestaat uit mensen met een:
- auditieve beperking;
- Mensen die doof of slechthorend zijn.
- visuele beperking;
- Mensen die blind of slechtziend zijn.
- Mensen die kleurenblind zijn.
- cognitieve of neurologische beperking;
- Mensen die een taal- of leerstoornis hebben.
- Mensen die moeite hebben met concentreren of gemakkelijk afgeleid zijn.
- Mensen die moeite hebben om informatie te verwerken.
- Mensen die een beperking aan het geheugen hebben.
- fysieke of motorische beperking;
- Mensen die moeite hebben met de motoriek (spasmen of tremors).
- Mensen die moeite hebben met bewegen (artritis, reuma of RSI).
- Mensen die een ledemaat missen.
- spraakbeperking.
- Mensen die moeite hebben met het uitspreken van klanken, woorden en zinnen (appraxie).
- Mensen die moeite hebben met articulatie (dysarthria).
- Mensen die stotteren.
Of een combinatie hiervan. Daarnaast zijn er ook nog de ouderen en eventueel laaggeletterden, mensen die de taal niet machtig zijn of digibeten die digitale drempels kunnen ervaren.
Al deze mensen profiteren van digitaal toegankelijk websites, apps en documenten.
En eigenlijk is iedereen (op enig moment in tijd) wel eens beperkt geweest in zijn functioneren:
- In de stiltecoupé van een trein kun je bijvoorbeeld niet zomaar een filmpje met geluid bekijken.
- Met je hand in het gips kun je misschien niet meer eenvoudig scrollen door je tijdlijn.
3. Hulptechnologieën
Mensen die dat nodig hebben kunnen gebruik maken van hulptechnologieën om (digitaal) hun weg te vinden.
Schermlezer
Veel mensen die slechtziend zijn en vrijwel alle mensen die blind zijn maken bijvoorbeeld gebruik van een schermlezer, een schermlezer zet tekst om in spraak of in braille. Het kondigt alle elementen aan die het tegen komt: afbeeldingen, koppen, links, invoervelden, enz. Om dit te kunnen doen is het afhankelijk van hoe deze informatie in de code is vastgelegd.
Deze mensen lopen hierdoor mogelijk tegen problemen aan met:
- informatie die alleen met vormgeving wordt overgebracht.
- elementen die geen alternatief in tekst hebben.
- taal die in de code niet juist is ingesteld.
Eigen voorkeur
Sommige mensen met een beperking aan het zicht gebruiken een browser die zij hebben ingesteld naar hun eigen voorkeuren. Zij lezen bijvoorbeeld een website volledig ingezoomd of passen het uiterlijk van een website aan naar hun eigen behoeften.
Zij lopen hierdoor mogelijk tegen problemen aan met:
- pagina’s waarop niet kan worden ingezoomd zonder dat content weg valt.
- pagina’s waarop de stijleigenschappen van tekst niet zijn in te stellen zonder dat content weg valt.
Toetsenbord
Veel mensen kunnen niet of niet goed werken met een muis, bijvoorbeeld mensen die moeite hebben met motoriek of met bewegen maar ook mensen die blind (of eventueel slechtziend) zijn. Zij gebruiken mogelijk alleen het toetsenbord of een alternatieve toetsenbordinterface, zoals een eenknopsschakelaar of een head pointer.
Zij lopen hierdoor tegen problemen aan met:
- functionaliteit die niet te bedienen is met het toetsenbord.
- elementen waarbij niet duidelijk zichtbaar is dat ze de focus hebben.
- functionaliteit die gebruik maakt van swipe-bewegingen of pinch-to-zoom.
4. WCAG
Link: Richtlijnen voor toegankelijkheid van webcontent
Om het internet voor iedereen toegankelijk te maken is een set met richtlijnen opgesteld; Dit zijn de richtlijnen voor toegankelijkheid van webcontent (in het Engels de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG)). Hierin staan een groot aantal (toetsbare) eisen om websites toegankelijk te maken. Tijdens een onderzoek toetsen wij aan, en rapporteren wij over, deze toetsbare eisen.
In WCAG 2.1 AA zijn er 50 van deze toetsbare eisen. In WCAG 2.2 AA zijn er 56 van deze toetsbare eisen.
De WCAG zijn gebaseerd op 4 principes:
- Waarneembaar
- Zorg dat de content toonbaar is met alleen de zintuigen die voor iemand beschikbaar zijn.
- Bedienbaar
- Zorg dat de content bedienbaar is met alleen de invoerapparatuur die voor iemand beschikbaar is.
- Begrijpelijk
- Zorg dat de content voor iedereen te begrijpen.
- Robuust
- Zorg dat de content ook kan worden gelezen en geïnterpreteerd door user agents, inclusief hulptechnologieën.
De principes zijn onderverdeeld in 13 richtlijnen. Elk van deze richtlijnen is voorzien van toetsbare eisen (of ‘succescriteria’).
Wetgeving
Link: Nederlandse wetgeving
In Nederland bestaat een wettelijke verplichting rondom digitale toegankelijkheid.
- Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid
- Sinds 23 september 2019
- In juli 2023 overgenomen in de Wet Digitale Overheid.
- Overheden
- Sinds 23 september 2019
- European Accessibility Act
- Vanaf 28 juni 2025
- Grotere commerciële partijen
- Noodcommunicatie
- Telecommunicatie (zoals websites en apps van providers)
- Personenvervoer
- Banken
- Webwinkels (business-to-consumer)
- Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
5. Richtlijnen toepassen
Link: Richtlijnen voor toegankelijkheid van webcontent → Richtlijnen toepassen